Huisduiner Belang 55 jaar
HUISDUINER BELANG 55 JAAR
Opgetekend door: J.D. Tompot (overleden 1996), t.g.v. het 55-jarig bestaan van HB in 1985.
Het bestuur van Huisduiner Belang verzocht mij de geschiedenis van de vereniging te willen beschrijven en in mijn onschuld heb ik daar -zij het aarzelend- ja tegen gezegd. Mijn aarzeling zou nog veel groter zijn geweest als ik had geweten hoeveel kilogrammen papier ik zou moeten doorploegen om U een enigszins representatief beeld te geven van wat zich de afgelopen 55 jaar afspeelde. En nu ben ik zover dat ik U wat kan vertellen over de jaren voor de tweede wereldoorlog, dus een afgeronde periode want in de oorlog stopte de vereniging.
Als je uit boeken vol notulen, ontelbare krantenknipsels, (soms wel, vaak niet gedateerd) en een groot aantal brieven de “geschiedenis” levend moet maken, kan je natuurlijk niet anders doen dan de krenten uit de pap halen en het risico lopen, dat U nou net liever rozijnen had gekregen. Dat is geen bezwaar, U vraagt gewoon aan het bestuur of u de volgende periode mag beschrijven. Ik kan U niet laten genieten van de wijze waarop in Huisduinen grote dingen tot stand werden gebracht of heldendaden werden verricht, het gaat allemaal om de kleine, gewone dingen: het Sinterklaasfeest, de toneelavonden, de Koninginnefees-ten enz., al die dingen, die het leven in een dorp leefbaar maakten en maken. Er zijn mensen die denken dat ze recht hebben op zulke gebeurtenissen want ze hebben toch ook wat in de collectebus gedaan? Er zijn ook mensen die zorgen dat het gebeurt, niet alleen op vergaderingen maar ook door de organisatie in de praktijk en die soms zelfs bereid zijn daarvoor kritische opmerkingen te slikken. En als u straks misschien glimlacht om de manier waarop ze het deden of om de wijze waarop ze zich uitdrukten, laten we dan niet vergeten dat zij het waren die soms al hun vrije tijd beschikbaar stelden voor het goede doel. Genoeg gepraat, laten we op weg gaan.
Op 30 mei 1930 belegde een voorlopig bestuur onder voorzitterschap van de heer Griek (toen beheerder van pension Panorama) een vergadering om (ik citeer de Helderse Post): “te komen tot verbetering van de bestaande toestanden, die volgens den Huisduiner onhoudbaar zijn”. Men klaagde in Huisduinen “dat er zo weinig werd gedaan om Huisduinen te verfraaien en het den badgast tijdens het badseizoen aangenaam te maken”.
De Helderse Courant noemt de klachten over slechte wegen, vuilverwijdering, verlichting, te lage gasdruk. Er was echter nog een belangrijker reden tot oprichting van de vereniging: “de aanwezigen vonden dat hun belangen (vooral die van pensionhou-ders) niet of in ieder geval onvoldoende werden behartigd door de VVV “Heldersch Belang”. De secretaris van die VVV bood Huisduinen een zetel aan in het bestuur maar de Huis-duiners trapten daar niet in, zij stichtten een eigen vereniging met in het bestuur de heren de Jong (voorzitter), Boot (secretaris), Kreuger, Sleper en Griek. (In 1932 kwam toch een Huisduiner in het bestuur van Heldersch Belang.)
Als naam van de vereniging werd gesuggereerd “Huisduinen Vooruit” maar zo hard hoefde het blijkbaar ook weer niet, want het werd: “Huisduiner Belang”. Reeds in de eerste openbare vergadering van Huisduiner Belang werden de degens gekruist. Het lid van Huisduiner Belang en tevens raadslid Terra vraagt inlichtingen en krijgt die ook “waarop deze heer door den voorzitter wordt gezegd dat hij als raadslid meer open oog voor Huisduinen dient te hebben en niet moet zeggen dat de straatwegen en verlichting goed waren”. Hoewel de heer Terra over goede aarde beschikte, viel deze opmerking van de voorzitter daar beslist niet in en dat liet hij ook merken. De voorzitter neemt wat gas terug en zegt dan: “Wij zijn allen verplicht om als één man op de bres te staan en ongeacht politieke kleur te strijden voor een betere toestand in Huisduinen”. Deze manhaftige taal was in die dagen op elk niveau zeer gebruikelijk. In deze eerste openbare vergadering wordt met algemene stemmen besloten tot het houden van een St. Nico-laasfeest, zij het onder de voorwaarde dat het de vereniging niets mag kosten. Royaler blijkt de heer Kreuger, die zijn zaal (“Dennenheuvel, nu “de Branding”) gratis ter beschikking stelt.
Op 13 maart 1931 dreigt de eerste bestuurscrisis. Het bestuurslid de heer Sleper deelt mede “dat het hem een onaangename taak is de leden te zeggen dat de heer de Jong zijn ontslag neemt om de mindere medewerking hem geschonken”. Later verschijnt de heer de Jong zelf ter vergadering en besluit na enige discussie onder luid applaus toch voorzitter te blijven. Enig gevoel voor dramatiek kon de voorzitter niet worden ontzegd. Anderhalve maand later constateert de secretaris “dat het ledental is gestegen van 57 op 91. Het is thans merkbaar dat er een vereniging is daar door het hoofd van gas- en waterbedrijf is gemeld dat Huisdui-nen verlicht zal worden met elec-trisch licht”. De heer Winter, oprichter van gem. electriciteitswerken krijgt vervolgens het woord en houdt “door middel van pro-jectielantaarn een zeer leerrijke lezing over het gebruik van de gevaarlijke electrische stroom in huis”. Je kunt nu wel 91 leden hebben maar op de algemene ledenvergadering in 1931 waren er 13, dat is dus 1 op 7 en dat terwijl het ging om een autobusverbinding met Den Helder en het aantal particuliere auto’s in die dagen nog heel gering was. De “heeren van Koningsbruggen” blijken bereid voorlopig tot 1 januari 1932 op eigen risico de dienst te onderhouden. Bij de secretaris van Huis-duiner Belang zullen inwoners van Huisduinen 10-rittenboekjes à ƒ 1,- per boekje kunnen kopen. Uit latere verslagen blijkt de dienst slechts uitvoerbaar met gemeentesubsidie.
In 1934 delen de Gebr. Van Koningsbruggen mede dat de busdienst ’s winters zo verliesgevend is dat vanaf 1 september pas om 14.00 uur op werkdagen en om 10.00 uur op zondag zal worden begonnen. Huisdui-ner Belang gaat bij het gemeentebestuur in het verweer tegen dit “willekeurig wijzigen eener vastgestelde en gepubliceerde dienstregeling”… “welke niet bevorderlijk kan worden genoemd voor een gezonde ontwikkeling van Huisduinen als badplaats”. De exploitant reageert snel en deelt mede dat de busverbinding tussen Den Helder en Huisduinen per 15 september wordt beëindigd. Men vindt een compromis maar op 1 oktober 1937 wordt de busdienst gestaakt. Het gemeentebestuur van Den Helder grijpt in en Huisduiner Belang ontvangt op 16 oktober een brief waaruit blijkt dat de nieuwe ondernemer de heer van der Wijst is, die tot 1 januari 1938 met personenauto’s zal rijden, daarna met autobussen. Het bestuur van Huisduiner Belang krijgt niet altijd zijn zin bij de leden. Ten behoeve van het werven van meer pensiongasten beveelt het bestuur aan om een bijdrage van ƒ 150,- te geven aan de VVV Hel–dersch Belang. Het bestuur spreekt van een “zeer goede en nuttige campagne”. Toch wordt het voorstel met algemene stemmen afgestemd “omdat er geen plaats genoeg is voor de binnenkomende (pension) aanvragen”. Later zal blijken dat Heldersch Belang het bedrag ad ƒ 150,- reeds heeft uitgegeven. Het bestuur van Huisduiner Belang wordt dan ook uitgenodigd om het alsnog op rekening van de VVV te storten maar “met algemene stemmen wordt besloten dat wij kennis zullen geven van een dergelijke behandeling niet gediend te zijn en in geen geval dit bedrag zullen bijdragen.” In de beginperiode heeft Huisduiner Belang lang op twee gedachten gehinkt: VVV of Algemeen Belang waarbij de VVV- kant lang overheerste. Eerst na langdurige besprekingen met het aanvankelijk gewantrouwde “Hel-dersch Belang” en onder stevige druk van de burgemeester die niets moest hebben van twee VVV’s in zijn gemeente kwam een redelijke samenwerking tot stand. Dit werd zelfs aanleiding om de aanvraag tot Koninklijke goedkeuring van de statuten van Huisduiner Belang weer in te trekken en het reeds betaalde zegelrecht ad ƒ 50,- beleefd en met succes terug te vragen.
Op 12 mei 1932 werd door het bestuur van Huisduiner belang een vergadering belegd die door de lokale pers “merkwaardig” wordt genoemd. Ten overstaan van plaatselijke autoriteiten houdt voorzitter De Jong een lezing met lichtbeelden en betoogt dat het toeristenverkeer naar zee en strand steeds groter wordt en dat Huisduinen flink moet worden uitgebreid. “Callantsoog bouwt thans houten woningen en als wij niet paraat zijn, wordt dat onze concurrent”. De heer de Jong “verdedigt het denkbeeld een weg te projecteren, waardoor Huisduinen dat thans alleen via Den Helder bereikbaar is, rechtstreeks over den afsluitdijk bereikbaar zal worden en daardoor vanzelf mensen uit Friesland zal trekken.”
Wist u dat Huisduinen ooit en voetbalclub heeft gehad? Helaas kan ik u slechts mededelen dat de club in 1932 werd opgeheven. Met een laatste mooi gebaar schonk men het kassaldo aan Huisduiner Belang ten behoeve van het Sinterklaasfeest.
Op 3 december 1932 heeft de eerste “Feestvierende Vergadering” plaats. Dit voor mij nieuwe begrip blijkt een ietwat verhullende benaming te zijn voor een avond met een korte vergadering vooraf, gevolgd door variété van zang en toneel. Om u een indruk te geven hoe het feestvierende deel verliep en hoe daar verslag van werd gedaan door de pers laat ik hier een paar regels uit de krant volgen: “De “avondjes” van deze Vereniging zijn samengesteld volgens het principe: “Eenvoud is het kenmerk van het ware”; men werkt zoveel mogelijk met eigen leden en de bescheiden beurs, waaruit de zaak bekostigd moet worden, is nog nooit een beletsel gebleken”. De stemming bereikte een hoogtepunt om half twee toen er een soort feestpolonaise zonder feestartikelen gehouden werd, eindigende in een spontane hulde aan den krassen heer De Graaf, die op de schouders van het bestuur van “Huisduiner Belang” de zaal rondgedragen werd. Tegen drie uur werd nog even gezamenlijk gezongen. De ontroerende liederen, 25- en zo mogelijk meerstemmig uitgevoerd klonken plechtig door de feestzaal: “Eikenhout is eikenhout”, “Aan den oever van den stillen vliet”, en vooral het Don Kozakkenlied : “Wij zijn niet bang” maakten diepen indruk op alle aanwezigen en met het Huisduiner volkslied: “Japie zet ‘m op!”- erger U niet, Gij overbeschaafd intellectueel!- werd deze feestavond besloten”.
In mei 1933 meent de secretaris “dat wij nog steeds crescendo vooruitgaan in leden en donateurs” en “ook de toestand van de kas steeds vooruitgaande is”. Het kassaldo van 1931 ad ƒ 27,95 blijkt eind 1932 zelfs ƒ 53,53 te bedragen. “Boeken en bescheiden zijn door de Commissie van ferrificateurs in den besten welstand aangetroffen”.
De journalistiek in die dagen was romantischer dan die van nu. Het volgende fragment wil ik u niet onthouden: “Langs de besneeuwde landerijen spoedden wij ons met de bus van de fa. van Koningsbruggen naar Huisduinen. Fel scheen het licht op den witten, gladden weg, maar de chauffeur had zijn wagen goed in de hand en zonder ongelukken naderden wij het kleine plaatsje, dat thans wel van een kerstansichtkaart leek weg-geloopen. Vanuit de verte zagen wij de talrijke lichtjes van de lampions welke over de kluft waren opgehangen. De sombere toren van het kleine kerkje teekende zich zwart af tegen den donkeren lucht. Overal waren de daken nog smetteloos wit en over al deze winterpracht draaiden langzaam de stralen van den vuurtoren. Huisduinen is ook in den winter mooi en wij begrijpen wel dat in den winter zich toch nog menschen voelen aangetrokken om hier te gaan wonen enz, enz.” In 1933 zijn er raadsleden die de verfraaiingen van Huisduinen wensen stop te zetten en vragen “meer aandacht te schenken aan de omgeving der “Donkere Duinen” als meer geschikte plaats voor de ontwikkeling van het strandleven”. In het begin van de dertiger jaren werd door het bestuur van Huisduiner Belang hard gewerkt om betere toegang tot het strand en wegen door de duinen te verkrijgen. In juli 1934 komt het betonnen voetpad gereed. Of het aan de zee of aan de constructie lag, weet ik niet, wel wijzen zowel de notulen als mijn eigen ervaring uit dat het pad dikwijls kapot was en eigenlijk ook veel te smal. Met de wegen door het duin wil het niet erg lukken, maar “Onze Burgemeester is aan onze kant en zal ook in de toekomst niet bij de pakken gaan zitten.”. In de notulen heet het: “die wegen zijn onmisbaar voor de ontwikkeling van Huisduinen”. Wat daarmee precies wordt bedoeld, vinden we in het jaarverslag 1934-‘35: “Van het aanmaken van tegelpaden door de duinen zoo als wij dat in het belang van de handeldrijvende dorpsgenoten gaarne hadden gezien, is niet veel terecht gekomen.”
Blijkens het jaarverslag van 1934 laat de riolering nog steeds op zich wachten. Ondanks aandrang van de gezondheidscommissie tot verbetering en toezegging van gemeentezijde om “volledige meedewerking te verlenen” vinden we dezelfde klachten terug in de jaarverslagen van 1935, 1936, en 1938….. Er zijn ook positieve punten: de eerste paardenwedren in Huisduinen werd gelopen, er was een lezing over zweefvliegen en dat heeft zelfs geleid tot het vervaardigen van een klein zweefvliegtuig in Huisduinen. De secretaris legt daarbij uit: “voor het zwefen met grootte vliegtuigen is noodig een kostbaar instrument Katapunt geheeten”. Er werd een strandfeest gehouden en de toneelclub “Noorderlicht” werd opgericht (geen onderdeel van Huisduiner Belang)
Dat de leden van Huisduiner Belang de diensten van het bestuur gaan inschakelen moge blijken uit een door tien bewoners getekend verzoekschrift, geschreven in fraai schoonschrift. De ongewijzigde inhoud daarvan zal misschien de huidige onderwijskrachten weer een hart onder de riem steken:
– De ondergeteekende leden den Vereeninging Huisduiner Belang.
– Er bij B&W te willen op aandringen ter verbetering van de onhoudbare
– toestand vanwege het vuilen water uit den putten grenzend aan den
– Badhuisstraat Percelen 13-15-17 en het vuil te doen verwijderen wat
– licht in den van Mesdagstraat.
– Hopende op Uw welwillende medewerking in deze tekenen wij de bewoners
– van bovengenoemde straten.
Hoogachtend, enz.
Huisduiner Belang deed ook wat aan de opvoeding van de jeugd: “De heer Kreuger stelt zijn zaal disponibel voor de jongelui van Huisduinen om zich daar op gepaste manier te amuseren om daardoor hun gelegenheid te bieden te leeren hoe zich in gezelschap te gedragen en om dan meteen door het geven van gramaphoonmuziek zich de kunst van dansen eigen te maken”. Het jaarverslag 1935 / 1936 begint op sombere toon over de dan heersende inzinking op economisch gebied: “Loonsverlagingen zijn aan de orde van de dag”. “Nimmer was het aantal betalende logé’s zo min als in het afgeloopen jaar”. Het voormalige “Badhotel” kende eens een druk strandleven compleet met badhokjes, het was het “deftige” strand in tegenstelling tot het verderop gelegen “stille strand”, waar de “gewone man” zijn plezier vond. Helaas dreigde na de afsluiting van de Zuiderzee het strand voor het “Badhotel” geheel te verdwijnen en natuurlijk zocht ook het bestuur van Huisduiner Belang naar oplossingen. De voorzitter deelt in 1935 mede dat de Heer Doeksen van Terschelling heel goed kans ziet, het strand waaraan behoefte is “te maken”. Een jaar later komt het onderwerp weer ter sprake, de kosten van ophoging worden door de voorzitter geraamd op ca ƒ 700,-, zelfs met de guldens van die tijd een onwaarschijnlijk laag bedrag, doch Waterstaat deelt mede dat het onbegonnen werk is. Nog een half jaar later zegt men in Huisduinen berustend dat “de natuur een handje zal moeten helpen”. De enige voorziening die overblijft, is het plaatsen van “een wegwijzer, welk aan den vreemdeling de weg naar het strand moet wijzen……”
In 1936 heeft een buitengewone bestuursvergadering van Huisduiner Belang plaats met “belanghebbende zakenmenschen om te breken met de tegenwoordige sleur en met nieuwigheden de trek naar Huisduinen te vermeerderen”. Suggestie worden gedaan voor concerten, zweefvliegtuigdemonstraties, paardenraces en vuurwerk en men meent dat de tijd gekomen is om de traditionele Huisduiner kermis weer in te voeren.
1 Maart 1937 was een gedenkwaardige dag omdat toen de kleuterschool werd geopend. Ook de openbare lager school staat in de belangstelling. In 1933 bestonden plannen om de school op te heffen en “Volksonderwijs (Vereeniging tot bevordering van het Volksonderwijs en het schoolbezoek in Nederland) verzet zich met krachtige argumenten bij het College van Gedeputeerde Staten. Nadat eerst de voogdijkinderen uit de weesinrichting “Huisduinen”, “die zoo noodzakelijk toezicht behoeven” aan de orde zijn gesteld, wordt opgemerkt dat van de zijde van de ouders gegronde bezwaren bestaan om hun kinderen zonder toezicht op een school buiten Huisduinen te laten overblijven. “Bovendien zullen zij in de wintermaanden zeer vaak tegen hevige stormen moeten optornen, stormen, waartegen zelfs volwassenen met de grootste moeite worstelen en die, vooral in Den Helder zoo veelvuldig voor komen. De weg is geheel open. Geen luw plekje is te vinden”. “De weg, die zij hebben te loopen, is van die aard, dat er zich meermalen ongure elementen ophouden, die het de kinderen meer dan lastig maken, enz.”
Gelukkig lezen we in 1938 onder “Stadsnieuws”:“Huisduinen behoudt zijn school. Grote vreugde onder de bewoners van onze badplaats”. Uit het artikel blijkt dat reeds in het jaar 1700 sprake was van een school in Huisduinen doch niet is bekend waar en wanneer deze werd gebouwd. De huidige ex-school dateert van 1829, vier jaar nadat de gouverneur van Noord-Holland, Tets van Goudriaan de zetel of het bestuur van Huisduinen liet overbrengen naar Den Helder. En burgemeester Ritmeester sprak: “De Heer Niessink heeft gezegd, dat het niet voor de eerste maal is, dat er sprake is van het opheffen der school maar laten we aannemen, dat het wel de laatste maal is geweest”. Waarmede ook de burgemeester slechts een broodetende profeet blijkt te zijn.
De geboorte van prinses Beatrix op 31 januari 1938 bracht de voorzitter van Huisduiner Belang op een grootse gedachte. Hij besloot niet met de gebruikelijke afvaardiging van het bestuur naar het Gemeentehuis te gaan doch met alle leden. Hij stapte met 85 Huisduiners naar het stadhuis, om te feliciteren en een gift in gesloten enveloppe van 10 gulden te overhandigen voor het babycomité. Behalve dat gaf Huisduiner Belang ook “een taart van een kwartmeter in diameter voor de burgemeester en zijn vrouw”. Vol trots schrijft de secretaris van Huisduiner Belang n.a.v. deze dag: “Deze gedenkwaardige dag is door de Huisduiners gevierd en zelfs zoo dat op het Stadhuis in Den Helder de erewijn werd aangeboden aan onzen Burgemeester om voor de zooveelste maal te getuigen dat het werken en streven van Huisduiner Belang niet alleen zijn sympathie maar soms ook zijn bewondering gaande maakt”. Verder valt uit de jaren 1938-1939 aan de hand van de verslagen weinig te vermelden. In de correspondentie trof ik nog wel een voltreffer aan van de heer van der Wijst, die in zijn brief van november 1938 aan Huisduiner Belang onder meer opmerkt: “Ik begrijp dan ook niet goed, dat nu plotseling het niet rijden van twee diensten door Uw Bestuur als een gemis beschouwd wordt, daar ik steeds veel meer de indruk heb gekregen dat de busdienst voor Huisduiners meer een begeerte dan een behoefte is,”
In december 1938 zegt de toneelclub “Het Noorderlicht” de samenwerking met Huisduiner Belang op omdat (anders) “onze donateurs zullen bedanken en de betalende bezoekers van Huisduinen niet meer op onze uitvoeringen zullen komen als zij ons op Uw feestvierende vergaderingen kunnen zien spelen.” En terwijl de Nazi’s zich steeds beter voorbereiden op de enorme klappen die zij straks gaan uitdelen, vraagt het bestuur van Huisduiner Belang de bemiddeling van “den Edelachtbaren Heer Burgemeester” omdat de samenwerking met “Heldersch Belang” weer te wensen overlaat. Hoe dat gesprek is afgelopen, weet ik niet, er zit een zwart gat in de geschiedenis van Huisduiner Belang. De verslagen stoppen op 19 november 1938; alleen de correspondentie druppelt nog wat na tot begin 1939 en dan valt het doek.