Wonen op Huisduinen

OS&O terrein

De woonkwaliteit van Huisduinen is zeer goed en Huisduinen staat bekend als een van de meest gewaardeerde  woonlocaties in de gemeente Den Helder. We willen deze kwaliteit vast houden en waar  mogelijk nog verder verbeteren. Met de realisatie van het OS&O terrein heeft Huisduinen een mooie uitbreiding gerealiseerd.

Op loopafstand van strand, duinen, het fort en restaurants. Op het OS&O terrein zijn appartementen, twee-onder-één kap woningen en vrijstaande woningen gebouwd. De hele wijk is speels aangelegd, door de hoogteverschillen, een schelpenpad en helmgras krijg je het duingevoel dat past bij de locatie!

Oostenrijkse woningen

De ‘Oostenrijkse woningen’ zijn kenmerkend voor Huisduinen. Ze zijn vlak na de Tweede Wereldoorlog in het kader van de wederopbouw op verschillende plaatsen in Nederland gebouwd. Rond 1948 schreef het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting alle Nederlandse gemeenten aan met de vraag of zij deel wilden nemen aan dit project. De geprefabriceerde woningen werden vanuit Oostenrijk per spoor in onderdelen geleverd en vervolgens door lokale aannemers opgebouwd. Als de fundamenten gemaakt waren, duurde het slechts een paar dagen om de houten woningen te bouwen.

In gemeente Den Helder zijn twee locaties met Oostenrijkse woningen, namelijk c.a. 40 woningen in Huisduinen in de omgeving van de Badhuisstraat en 8 woningen nabij de Borneostraat. Ze waren vooral bestemd voor Marine-officieren die in Den Helder gestationeerd waren.

Tegenwoordig zijn de woningen zeer populair. De meeste zijn flink verbouwd in de loop der jaren en in de meest uiteenlopende kleuren geschilderd. Je waant je in Zweden wanneer je door de smalle klinkerstraatjes tussen de huizen wandelt.

Zeker niet Zweeds

Je mag je dan wel in Zweden wanen wanneer je door de straatjes van de houten huizen loopt. De verhalen dat de 37 woningen in Huisduinen na de oorlog een geschenk van Zweden waren, verwijzen we naar het rijk der fabelen. De faculteit Bouwkunde deed onderzoek naar woonvormen na de oorlog. Het oog van oud-Huisduiner Robert-Jan Nottrot viel op het tijdschrift ‘Bouw’ van vlak na de oorlog (jaargang 46, blz. 802 en 803) dat bij het kopieerapparaat lag:

De 800 Oostenrijkse houten midden­standswoningen, waarover den laatsten tijd korte berichten zijn verschenen, zullen als wij ons niet vergissen, haar weg in Nederland wel vinden. Daar staan in de eerste plaats de betrekkelijk geringe prijs van ongeveer ƒ 10.000,-, welke zij naar schatting exclusief den grond kant en klaar zullen kosten en vervolgens de gerieflijke, vrij ruime indeeling borg voor. Nederland zal deze huizen betalen met levensmiddelen, zooals gedroogde groenten en visch, waaraan Oostenrijk groote behoefte heeft en wel zoodanig, dat alleen het houten omhulsel inclusief vrachtkosten naar ons land, opslag enz. naar voorloopige raming voor ƒ 5000,- aan den particulieren kooper kan worden verkocht. De toekomstige eigenaar zal dus zelf een aannemer opdracht moeten geven voor het leggen van de fundeeringen en de vloeren, het bouwen van den schoorsteen, het aanbrengen van de dakbedekking, het aanleggen van gas- en electrische geleidingen, benevens het inbouwen van installaties van bad en sanitair. Deze laatste werkzaamheden worden thans op ongeveer ƒ 500,- begroot. De kooper kan het huis van het Rijk betrekken en zal den prijs daarvan, alsmede den bouw geheel uit eigen middelen moeten financieren, ofwel gebruik moeten maken van de financieringsregeling welke geldt voor particulieren bouw. Is hij oorlogsslachtoffer, dan zal hij ook gebruik kunnen maken van de Regeling voor de financiering van het herstel van oorlogsschade aan woningen. Aan bouwers in de geteisterde gebieden zal voorrang worden verleend. Teneinde een billijke verdeeling te waarborgen zijn de Provinciale Directies van de Volkshuisvesting met de verdeeling over de gemeenten belast.

 

Het huis telt twee verdiepingen, resp. van 2.40m en 2.30m hoogte. Het bevat gelijkvloers een hal met garderobe, een W.C., een keuken, een woonkamer met eethoek, welke door het aanbrengen van een gordijn van elkander kunnen worden gescheiden en een studeerkamer. De bovenverdieping bevat 3 kamers en een badcel. De dubbele wanden zijn 17cm van elkaar verwijderd. De buitenste wand is aan de binnenzijde met een vochtwerend middel bestreken, terwijl aan de binnenzijde van den binnenwand vezelplaten zijn aangebracht. Tussen deze beide wanden bevindt zich een dunne aluminiumplaat. Bestekken voor den bouw zullen van Rijkswege worden beschikbaar gesteld. Waarschijnlijk zullen in deze bestekken met verschillende wenschen rekening worden gehouden. Zoo zullen sommigen boven een kelderkast een ruimeren kelder prefereeren. De woningen kunnen, wanneer zij goed worden onderhouden, vele jaren mee en zijn dus als permanente woningen te beschouwen. De eerste zending kan medio December e.k. worden tegemoet gezien.

Bouwplan 1947

Van bevoegde zijde werd ons medegedeeld, dat de globale opzet van het Bouwplan 1947 thans gereed is. Het in 1947 te bouwen volume zal grooter zijn dan in 1946, aangezien meer arbeiders en materialen beschikbaar zullen komen. De geografische verdeeling zal afwijken van het Bouwplan 1946 in verband met de ondervonden moeilijkheden bij het transport en de huisvesting van de bouwvakarbeiders. Er zal niet volgens een theoretischen opzet worden gewerkt: de uitslag van enquêtes zal maatgevend zijn. Er wordt naar gestreefd uiterlijk op 1 Januari 1947 met de definitieve vaststelling van het plan gereed te zijn.

In 1971 kwam de Woningstichting het onderhoud opnemen en in 1972 werden de huizen verkocht voor ƒ 6000,- + ƒ 1000,- erfpacht voor de grond, ongeacht de grootte. In 1985 werd ook de grond verkocht.